Suriname40 jaar onafhankelijk
Vandaag is het precies 40 jaar geleden dat Suriname onafhankelijk werd. De jonge republiek beleefde vanaf 1975 turbulente jaren. Een staatsgreep, tegencoups, mensenrechtenschendingen en economische neergang bleven Suriname niet bespaard. Maar er waren ook jaren van economische vooruitgang. Een beeld van 40 jaar onafhankelijkheid.
Alle foto's zijn van Volkskrantfotograaf Guus Dubbelman, tenzij anders vermeld.
In het bijzijn van prinses Beatrix wordt op 25 november 1975 in Paramaribo de onafhankelijkheid uitgeroepen. Van links naar rechts: premier Arron, minister van Genderen, prinses Beatrix, president Ferrier en oppositieleider Lachmon.
Foto: ANP
Op 25 februari 1980 schuiven 16 sergeanten de regering-Arron aan de kant en nemen de macht. Uren voordat ze in actie komen, bidden de militairen voor een goede afloop. Een van hen, militair sportinstructeur Desiré Delano Bouterse, zou zich direct na de coup ontpoppen als de sterke man van het militair regime. Bouterse, vijfde van rechts, is half zichtbaar op de foto.
Foto: Lucien Chin A Foeng
Eind 1982 ontspoorde de ‘revo’, zoals de militairen hun revolutie noemden. Op 8 december werden 15 prominente tegenstanders van het regime in Fort Zeelandia geëxecuteerd. ‘Op de vlucht doodgeschoten’, beweerden Bouterse cum suïs. Onder de slachtoffers waren journalisten, advocaten, docenten en militairen. Vakbondsleider Fred Derby, die ook moest worden terechtgesteld, werd door Bouterse gespaard en naar huis gestuurd.
De militaire jaren kenmerkten zich onder andere door economische achteruitgang. Al binnen twee jaar na de staatsgreep, schortte Nederland de ontwikkelingshulp op. Door een deviezentekort werd de invoer van veel goederen onbetaalbaar. Suriname verpauperde.
In 1987, mede door de slechte politieke –en economische situatie, zagen de militairen zich gedwongen weer verkiezingen uit te schrijven. De oude politieke partijen die ze opzij hadden geschoven, boekten een enorme overwinning. Het leger bleef echter een belangrijke machtsfactor.
De terugkeer van de traditionele partijen, zoals de NPS en de VHP, duurde slechts drie jaar. In 1990 liepen de spanningen met het leger zo hoog op, dat de militaire top een ‘telefooncoup’ pleegde: met één telefoontje werd de burgerregering naar huis gestuurd. De partij van Bouterse, de NDP, werd in de jaren daarna steeds populairder
In 1992 kwamen Bouterses tegenstanders weer aan de macht. NPS-leider Ronald Venetiaan werd voor het eerst president. Prioriteit van de nieuwe regering was het verbeteren van de betrekkingen met Nederland. Vier jaar later werd weer van stuivertje gewisseld: met steun van overgelopen VHP-parlementariërs vormt Bouterse een regering. Hij schuift Jules Wijdenbosch naar voren als president.
Ondanks de politieke spanningen, blijven de vele etnische groepen na 1975 vreedzaam naast elkaar leven. Surinamers zijn er trots op dat in straten moskeeën, kerken en hindoetempels naast elkaar staan. Zonder problemen.
De ‘Decembermoorden’ blijven jarenlang de politiek bepalen. In 2000, vlak voor de verjaring van de moorden, wordt voor het eerst een justitieel onderzoek gestart. Bouterse en de andere verdachten worden verhoord, tientallen getuigen en nabestaanden van de slachtoffers leggen een verklaring af.
Wat Nederland niet voor elkaar kreeg, een brug bouwen over de Suriname-rivier, lukte de regering-Wijdenbosch wel. In 2000 werd de brug, die de hoofdstad verbindt met Oost-Suriname, geopend. De keerzijde was dat Suriname bijna bankroet ging vanwege de hoge kosten.
In 2005 ziet het er naar uit dat Bouterse voor het eerst president kan worden. Vlak voor de verkiezingen, waarschuwen de VS echter voor de gevolgen van een Bouterse-overwinning. Het doet hem niet goed. Zijn NDP wint weliswaar bijna een derde van de parlementszetels maar het is niet genoeg om een regering te vormen. Venetiaan wordt voor de derde keer president.
In 2006 wordt Suriname geteisterd door overstromingen, vooral in het binnenland. In Nederland wordt een landelijke hulpactie gestart.
Een kwart eeuw na de ‘Decembermoorden’, in 2007, begint eindelijk het proces tegen de verdachten. Onder zware beveiliging, verschijnt een deel van hen voor de krijgsraad. Anderen, zoals hoofdverdachte Bouterse, blijven weg. Het proces verloopt traag en moeizaam.
Tussen 2005 en 2010 zorgt de derde regering-Venetiaan voor monetaire stabiliteit. De staatsschuld wordt verkleind en de investeringen nemen toe. Toch is onder veel arme Surinamers te horen dat ze weinig merken van de economische groei.
In 2010 zit Bouterse op de toppunt van zijn macht. Hij wordt voor het eerst als president gekozen. Nederland reageert negatief. Bouterse, veroordeeld in Nederland voor drugshandel, kan weer reizen omdat hij als staatshoofd onschendbaar is. Hij bezoekt onder andere de VN in New York.
De bewoners van het Surinaamse binnenland, de nazaten van de gevluchte slaven, winnen elke verkiezing meer aan macht. Een van hun leiders, Ronny Brunswijk, is behalve parlementariër ook zakenman en voetballer.
Een flink deel van de nieuwe kiezers, bestaat uit jongeren. Traumatische gebeurtenissen, zoals de ‘Decembermoorden’, zeggen hen niet veel. ‘We moeten een streep trekken onder het verleden’, zeggen veel jongeren dan ook als het parlement in 2012 de 25 verdachten amnestie verleent.
Wat staat Suriname de komende 40 jaar te wachten? Het land is gezegend met veel minerale rijkdommen, van goud tot olie. Maar ondanks deze rijkdom, leven veel Surinamers anno 2015 nog in armoede. Terwijl een kleine toplaag in grote weelde leeft.